Dit jaar heb ik voor de vierde keer een Vipassana retraite gevolgd. Er wordt me wel eens gevraagd hoe dat nou is, zo'n 10-daagse. Dat is lastig te zeggen, het is namelijk voor mij vooral voelen, ervaren en beleven en dat laat zich niet zo makkelijk vangen in woorden. Een van de kenmerken van deze retraite is dat je 10 dagen niet praat en in stilte verkeert. Nou ja, stilte...
Juist doordat je gevraagd wordt om gedurende de retraite niet te praten, ontstaat er lawaai. Tenminste, dat is wel wat er bij mij gebeurt. Pas dan merk ik hoeveel lawaai ik zelf aan het maken ben. Lawaai in de vorm van gedachten, handelingen, gewoonten, patronen. En die zorgen allemaal voor enorme ruis en zelfs kinken in de kabel van mijn systeem. Door me hier weer bewust van te worden, lost het zich als vanzelf op en wordt het steeds rustiger en stiller.
10 dagen niet praten. Dat is echt niet zo moeilijk, want er zijn genoeg verhalen die jij jezelf vertelt. Het is de kunst deze te doorzien en te doorbreken, misschien eens vanaf nu een ander verhaal te creëren. Bovendien zijn er wel moment waarop je moet praten, maar alleen als het echt nodig is. Zo heb ik enkele vragen aan de docente gesteld over de techniek en wat ik ervaarde en heb ik ook contact gehad met het management toen ik een splinter in mijn voet had en een pincet nodig had.
We zijn veelal aan het praten om te praten. Om de ruimte die er is te vullen in plaats van te voeden. Om maar geen stilte te hoeven ervaren en om het maar niet stil te laten zijn. Want het is dan dat we ineens onszelf horen en al wat we tegen onszelf zeggen. Dat liegt er niet om en is vaak echt niet zo rooskleurig. In stilte kun je dat weer ontdekken en ook opmerken waar je eigenlijk mee bezig bent. Op die manier ontstaat er ruimte en hoef je niet meer overal op te reageren.
Na de afgelopen Vipassana retraite kwam ik tot de conclusie dat praten wordt overgewaardeerd. Dat stil zijn en niets zeggen wordt ondergewaardeerd. En dat het juist in niets zeggen, alles gezegd wordt. Wanneer ik niet verbaal reageer op een ander, is het bij mij stil terwijl mijn gesprekspartner op dat moment misschien een heel verhaal aan het creëren is. Wanneer ik niet verbaal reageer op een ander, dan luister ik en hoor ik misschien weer eens wat nieuws in plaats van mijn eigen verhaal.
Ik vind het heerlijk om niets te hoeven zeggen, om geen niets-zeggend gesprek aan te hoeven gaan, om alleen maar naar mezelf te luisteren en voor dat verhaal te zorgen. Te zorgen dat verleden en toekomst zich niet met het nu bemoeien en daar zo min mogelijk zeggenschap over krijgen. Op die manier kan het nu spreken en dat zegt niet zo veel. Nu is stil.
Niets zeggen, zegt alles.
En daarmee helemaal niets.
Waardoor het steeds stiller en stiller wordt...
Lieve groet & Namasté,
Vera